Flevoplant

We zijn tevreden zoals het nu gaat. Lensli is vertrouwd met de teeltwijzen van onze planten én heeft al veel bedrijven geholpen bij de transitie naar duurzaam substraat”

Flevoplant is een familiebedrijf uit Ens bestaande uit 100 hectare. Zij produceert nu 70 miljoen planten per jaar en wil dat voor nu graag zo houden.

‘Momenteel zoeken we de groei vooral in kwaliteitswinst en in verduurzaming en optimalisatie van de teelt en bedrijfsprocessen’, vertelt ondernemer en teeltmanager Niels Goossens.

Bovendien kreeg de kwaliteitscontrole een stevige upgrade en maakten ze werk van verduurzaming.

Flevoplant beschikt over twee duurzame Groen Label Kassen en heeft in 2020 als eerste vermeerderingsbedrijf voor aardbeiplanten in Nederland,  het Elitecertificaat van Naktuinbouw in ontvangst mogen nemen.

Voor de moerplanten in hun 16-liter bakken gebruikte Flevoplant 100% kokossubstraat. Ook de opkweek van trayplanten had een hoog kokosgehalte en was volgens Goossens toe aan verandering. Vandaar dat het management van Flevoplant zocht naar een nieuwe substraatleverancier voor deze stap.

‘Lensli leverde al substraat aan collega’s die we goed kennen. Lensli is vertrouwd met de teeltwijzen van onze planten én heeft al veel bedrijven geholpen bij de transitie naar duurzaam substraat. De keuze voor Lensli was daarom een logische stap.’

Het kokosmengsel dat Flevoplant had en voor een deel nog steeds gebruikt, werkt goed en hoeft eigenlijk niet vervangen te worden. Het doel van het nieuwe substraat is minder druk leggen op één grondstof, oftewel een breder samengesteld substraat. Kortom, de opdracht voor Lensli was als volgt:  ‘bedenk een mengsel met minder kokos dan we nu hebben’.

‘Voor het moerplantenmengsel kwamen we uit op een mengsel van kokosvezel, Zweeds veen en perliet. In de juiste verhoudingen heeft die combinatie een goede wateropnamekarakteristiek en stuurbaarheid op EC’, licht accountmanager Patrick Winkelman van Lensli toe. ‘De drainage is dan ook dik in orde.’

Goossens: ‘De wortelontwikkeling zag er goed uit, waardoor we voorzichtig konden gaan opschalen. Ik heb daarbij geen terugval of problemen ervaren. Wat me echt meeviel, is dat het oppotten met dit mengsel heel vlot verloopt waar ik in het begin best huiverig voor was. Ik zie geen verschil met het oude mengsel, dat we overigens nog steeds gebruiken.’

De trayplanten kregen hetzelfde mengsel dat Lensli aan collega-vermeerderaars levert. ‘Daar zit ook nog wat bark in en de veenfracties verschillen iets van het moerplantenmengsel’, licht Patrick Winkelman toe.

Goossens concludeert: ‘We zijn tevreden zoals het nu gaat. Ik sluit niet uit dat we de komende jaren blijven experimenteren om verder te komen met het verduurzamen van ons substraat. Voor uitgangsmateriaal is dat extra uitdagend en daar zijn goede partners bij nodig. De samenwerking met Lensli houden we in stand.’