Calcium in de plant
Calcium is voor de plant de belangrijkste bouwsteen voor de membranen en celwanden. Het element is noodzakelijk voor de celdeling en het draagt bij aan de stevigheid van de plant. Transport van de calciumionen (Ca2+) gebeurt vrijwel uitsluitend via de worteltoppen.
Het transport van calcium in de plant hangt samen met de sapstroom. De verdamping van de plant heeft dus effect op de opname. Als een plant niet goed kan verdampen, door bijvoorbeeld een te hoge luchtvochtigheid, zal de calciumaanvoer naar de groeipunten, bladranden of vruchttoppen minder zijn.
De concentratie aan calcium in de oplossing wordt mede bepaald door de hoeveelheid andere kationen, zoals kalium en magnesium. De opname van calcium verloopt moeizamer dan sommige andere kationen, zoals bijvoorbeeld Kalium. Ook is het element calcium minder mobiel in de plant. Bij een te eenzijdige bemesting met bijvoorbeeld Kalium, kan er dus verdringing ontstaan in de opname en transport van de calciumionen.
Calciumgebrek kan ontstaan door een slechte balans in de voedingsoplossing. In de praktijk is het met name goed opletten dat de kationenbalans in orde is. Voor de K-Ca-Mg verhouding is een normale balans rond de 4-2-1 in de oplossing.
Voorbeelden van Calciumgebrek of een slechte kationenbalans zijn:
- neusrot bij tomaat of paprika;
- tip-burn bij aardbei;
- necrose bij anjers en rozen;
- bruine puntjes in coniferen.